Technologie in het onderwijs biedt nieuwe mogelijkheden, zoals differentiëren, personaliseren of virtualiseren. Mogelijkheden waardoor je als docent het onderwijs flexibeler en persoonlijker maar ook attractiever en effectiever kunt maken. Docenten lijken plots vrijer in het gebruik van technologie. Niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat je smartphone toegang biedt tot meer informatie dan alle bibliotheken bij elkaar. Die technologie lijkt ook eenvoudiger te gebruiken en makkelijker te controleren door de docent.
Waar is de tijd van de ingewikkelde afstemming met de IT‑afdeling om technologie in je klaslokaal te kunnen en vooral mogen inzetten? Het gesprek met collega’s van de IT-afdeling is ingeruild voor het gesprek met de functionaris gegevensbescherming (FG) en de collega’s die verantwoordelijk zijn voor informatiebeveiliging en privacy (IBP). Een compleet nieuw fenomeen binnen de muren van veel onderwijsinstellingen. Dus waarom zou je nu met een FG aan tafel moeten? En waarover gaat dan het gesprek? Hoe zit het met de vertrouwdheid in de omgang met die technologie en verantwoordelijkheid voor de effecten van het dagelijkse gebruik?
